SV | En de wagen kwam op den akker van Jozua, den Beth-semiet, en bleef daar staande; en daar was een grote steen, en zij kloofden het hout van den wagen, en offerden de koeien den HEERE ten brandoffer. |
WLC | וְהָעֲגָלָ֡ה בָּ֠אָה אֶל־שְׂדֵ֨ה יְהֹושֻׁ֤עַ בֵּֽית־הַשִּׁמְשִׁי֙ וַתַּעֲמֹ֣ד שָׁ֔ם וְשָׁ֖ם אֶ֣בֶן גְּדֹולָ֑ה וַֽיְבַקְּעוּ֙ אֶת־עֲצֵ֣י הָעֲגָלָ֔ה וְאֶת־הַ֨פָּרֹ֔ות הֶעֱל֥וּ עֹלָ֖ה לַיהוָֽה׃ ס |
Trans. | wəhā‘ăḡālâ bā’â ’el-śəḏēh yəhwōšu‘a bêṯ-haššiməšî wata‘ămōḏ šām wəšām ’eḇen gəḏwōlâ wayəḇaqqə‘û ’eṯ-‘ăṣê hā‘ăḡālâ wə’eṯ-hapārwōṯ he‘ĕlû ‘ōlâ laJHWH: |
En de wagen kwam op den akker van Jozua, den Beth-semiet, en bleef daar staande; en daar was een grote steen, en zij kloofden het hout van den wagen, en offerden de koeien den HEERE ten brandoffer.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de wagen kwam op den akker van Jozua, den Beth-semiet, en bleef daar staande; en daar was een grote steen, en zij kloofden het hout van den wagen, en offerden de koeien den HEERE ten brandoffer.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!